Recht op doorwerken na bereiken AOW-gerechtigde leeftijd?

Categorieën
Recht op doorwerken na bereiken AOW-gerechtigde leeftijd?

In de CAO van de Rijksoverheid is bepaald dat arbeidsovereenkomsten eindigen bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Volgens de CAO is doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd mogelijk als dat met de werkgever wordt overeengekomen. De werknemer dient een verzoek daartoe minimaal drie maanden voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in.

Van een werkneemster van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het verzoek om door te mogen werken na de AOW-gerechtigde leeftijd afgewezen. De werkneemster vordert bij de kantonrechter schadevergoeding van de Staat. Het verzoek om door te mogen werken is tijdig gedaan. Het verzoek hing samen met de vervroeging van de AOW-gerechtigde leeftijd van de verzoekster als gevolg van het Pensioenakkoord. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hanteerde als beleid dat dergelijke verzoeken worden gehonoreerd, met dien verstande dat de verlenging werd beperkt tot de periode van vervroeging van de AOW-gerechtigde leeftijd van vier of acht maanden en tot de jaren 2020 en 2021. Volgens dit beleid mag de verlenging niet doorlopen in 2022. De verzoekster is op 23 november 2021 op een leeftijd van 66 jaar en 4 maanden met pensioen gegaan. Het verzoek betrof het doorwerken tot de leeftijd van 67 jaar, dus tot 23 juli 2022.

De kantonrechter oordeelt dat de Staat op grond van het beleid de werkneemster had moeten toestaan door te werken tot 1 januari 2022, in plaats van tot 23 november 2021. Dat betekent dat zij voor de periode van 23 november tot en met 31 december 2021 recht heeft op doorbetaling van haar salaris, inclusief emolumenten, onder aftrek van hetgeen zij over die periode aan AOW- en pensioenuitkering heeft ontvangen. Of de werkneemster ook recht heeft op betaling van de gevorderde uitkering in het kader van een 40-jarig dienstjubileum en een andere bijzondere beloning kan de kantonrechter zonder nadere informatie niet beoordelen. Dat is afhankelijk van de tijdstippen waarop het recht daarop zou ontstaan. Als deze tijdstippen vallen voor 1 januari 2022 heeft de werkneemster daar recht op, anders niet.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLINLRBDHA20224656, 9703841 \ RP VERZ 22-50078 | 16-05-2022

Categorieën